SALON DES REFUSÉS - DE 2e WEG NAAR VENETIË
EEN VIRTUELE VUIST
Een ‘statelijke’ manifestatie, een bedrag van 450 duizend euro en een tentoonstellingsruimte in een internationale setting: daar zou je een vuist mee kunnen maken! Een vuist van verf! Een visionaire, vormdenkende of videovuist! De selectiecommissie heeft gekozen, dit is niet de plek om de keuze te becommentariëren; wel een kleine oprisping, in de vorm van dit plaatje naar Kamagurka dat voor ingewijden*) voor zichzelf spreekt.
.jpg)
Een ‘statelijke’ manifestatie dus; een state-of-the-art manifestatie? Zeker in de vereiste internationale context had de Nederlandse inzending voor de 55e editie van Biënnale van Venetië een de state-of-the-art van de kunst in Nederland anno 2012 en 2013 moeten zijn. Vandaar die vuist, van verf, vorm, video en visie – een vuist zowel vóór als tegen. En daarmee is meteen al iets gezegd over wat het plan dat ik heb ingediend, heeft willen zijn.
Een statelijke, fiere vuist tegen de agressieve, laatdunkende en met leedvermaak vervulde aanval op de kunsten van groepen in de maatschappij en in de politiek die het vorig jaar nog voor het zeggen hadden. En al waait er nu een andere wind en is de beeldenstorm voorbij - vergis u niet! Het ziet er niet naar uit dat de aangericht materiële en morele schade van de in allerijl met grote voortvarend geklaarde klus binnen afzienbare tijd hersteld zal worden. Jammer - vinden ook zij het die het nu voor het zeggen hebben; maar ja, het gaat om besluitvorming die eerder heeft plaatsgevonden en dus een erfenis waarop volgens hun niet kan worden teruggekomen. Of om een kamerlid te parafraseren: de toon is dan wel anders, maar het beleid allerminst. De beeldenstormers kunnen nog steeds tevreden zijn.
De Nederlandse inzending voor de Biënnale van dit jaar zal een tentoonstelling met een uiterst nare bijsmaak worden. Op het internationale vlak mooi weer spelen met Nederlandse beeldende kunst, terwijl thuis de gevolgen zichtbaar beginnen te worden van de schadelijke gevolgen die in de periode tussen deze en de vorige Biënnale is aangericht. Ik vind het weinig zinvol om op deze plaats mijn plan nog eens voor het voetlicht te brengen. Mijn voorstel is niet gekozen, jammer, punt uit. Ook deze Salon kan geen soulaas bieden: een plan hier onder elkaar - en dan ook nog niet eens met alle ‘79min1’ curatoren bij elkaar - te berde brengen is iets anders dan dat het op een podium dat aan de internationale uitstraling van kunst uit Nederland wil bijdragen, wordt uitgevoerd. Wat ik hier wel wil inbrengen is een deelaspect van mijn plan.
Mijn voorstel bestond uit twee nauw met elkaar samenhangende onderdelen: (1.) een groepspresentatie met nieuw gemaakt werk en (2.) een actueel cultureel context-programma op de achtergrond. De groepspresentatie is door de uitverkiezing van Manders/Benedetti niet meer aan de orde, maar dit geldt niet voor het culturele context programma op de achtergrond, ‘side events’ binnen het paviljoen en daarbuiten. Dat achtergrondprogramma is qua concept nog steeds actueel en kan als nevenevenement nog altijd worden uitgevoerd.
Een paar woorden daarover aan de hand van het door mij ingediende plan. Dit omvatte een onderdeel dat het veranderend culturele landschap in ons land, dat op de vorige Biënnale onderwerp van de Nederlandse inzending is geweest, opnieuw aan de orde wilde stellen. In 2011 ging het over het debat rond de publieke steun voor de sociale positie van kunst en kunstenaar in de Nederlandse samenleving. En over wat onder een samenleving verstaan moest worden. Op de Biënnale nu zou het ook moeten gaan over de gevolgen van het feit dat dit debat inmiddels om populistische en opportunistische redenen snoeihard is gesmoord en over de gevolgen van het frustreren van het debat. Dit onderdeel zou niet expliciet in het paviljoen getoond moeten worden, maar op een onnadrukkelijke manier wel volop aanwezig zijn. Door de tentoonstelling heen wilde ik een patroon aanbrengen van semacodes die, met een mobiele telefoon of tablet gefotografeerd, de bezoeker in staat zouden stellen daarop augmented reality (AR) te verkrijgen. Een soort audiovisuele tour dus, maar dan niet over de tentoonstelling en de getoonde werken zelf, maar over de kunstsituatie in Nederland, gerelateerd aan zekere, nog te selecteren kunstinstellingen in Nederland en aan Nederlandse side en eventuele collateral events tijdens de 55e Biënnale. Ik had ook aan de door mij gekozen kunstenaars willen vragen aan het ontwerpen en plaatsen van semacodes en andere vormen van toegevoegde werkelijkheid mee te willen werken. Met dit alles zou het debat voortgezet worden: impliciet door de kracht en kwaliteit van de tentoongestelde werken zelf en expliciet, hoewel verborgen, door de toegevoegde realiteit.
Dat was vorig jaar, maar ook zonder dat mijn plan voor de tentoonstelling uitgewerkt gaat worden, staat dit programma onderdeel eigenlijk nog steeds overeind. Ik zou aan alle curatoren die aan deze Salon des Refusés een bijdrage leveren, eventuele andere aanwezigen, en eigenlijk ook de curatoren die wel hebben ingezonden maar niet aan deze Salon hebben deelgenomen, willen vragen om gezamenlijk een side event op basis van augmented reality technieken te realiseren, waarbij over en weer een directe verbinding tussen het Venetië-van-het-noorden en het Amsterdam-van-het-zuiden tot stand wordt gebracht. Ik vraag het Mondriaan Fonds deze virtuele manifestatie te organiseren en financieren. Het is namelijk vreemd dat het uitverkoren plan van Manders/Benedetti geen voorstellen voor side events omvat, waar het Fonds toch duidelijk ook om had gevraagd.
Begrijp mij goed, ik doe niet een oproep om met zijn allen door middel van toegevoegde werkelijkheid het Nederlands Paviljoen in Venetië te kraken, hacken, bezetten of anderszins dwars te zitten. Ook al jeuken mijn handen natuurlijk wel. Ik doe een oproep aan u allen om in een hiaat ten aanzien van de side events te voorzien. Of de Venetiaanse locatie voor dit virtuele event in, nabij of verder van het paviljoen af gezocht moet worden, zal nader bekeken moeten worden. In Amsterdam denk ik aan locaties als Felix Meritis (dat dit jaar 225 jaar bestaat), aan de culturele ambassade van het Lloyd Hotel, aan kunstcentrum De Appel, ARCAM, Toltuinen en dergelijke. Het paviljoen van de Rietveld had ook gekund, maar daar kleven praktische bezwaren aan. Ook de tijdelijke openstelling voor de duur van de Biënnale van een gebouw dat tot voor kort een belangrijke kunstinstelling huisvestte en door de bezuinigingen leeg is komen te staan (het voormalige NIMk bijvoorbeeld), is iets wat goed binnen het concept zou passen. In de openbare ruimte denk ik aan het optuigen van bruggen in de binnenstad, zoals dat ook wel met het Holland Festival wordt gedaan.
De spreektijd is te kort om deze oproep met een nadere invulling te onderstrepen. En dat is maar goed ook, want ik zie nu dit onderdeel van mijn plan veel meer als een gemeenschappelijke taak. Aan- en afwezige curatoren, Mondriaan Fonds en overige aanwezigen: ik vraag u zich bij het voorstel dat ik zojuist gedaan heb aan te sluiten en aan de uitwerking ervan mee te werken. Maak met z’n allen een vrijmoedig virtuele, maar toch vooral ook vrolijke vuist!
ndk,12/18/26.2.2013
*) Opmerking voor niet-ingewijden. 'Manders is een kunstenaar die de blik altijd sterk naar binnen heeft gericht, op introspectie, anders dan de kritische spiegels van Beumer cs van de vorige keer. In NRC Handelsblad viel (..) te lezen dat de ramen van het Nederlandse paviljoen zullen worden afgeplakt met zelfgemaakte kranten. Onderdeel van het voorstel van Manders is verder een reconstructie van het nooit ontworpen toilet van Gerrit Rietveld.' (Ontleend aan: > http://metropolism.com/news/de-toiletpot-van-rietveld .) Kamagurka's tekening 'Bert en Bobje bij Duchamp' stond in een weekend-editie van NRC Handelsblad van enkele jaren geleden.
> tekst flyer bij 'een virtuele vuist'
|