Palinuro, afb afkomstig van de website van het NIMk

 

> naar website NIMk en de betreffende archief-pagina's

 



DE DESERTIE VAN EEN STUU­RMAN

 

door Maurice Nio  (1990)

 

Laat ver in zee die wrede vreemde­ling / de vlammen rijzen zien van deze brand / tot teken van zijn eigen toekomstland!  Dit zijn de onheilspel­lende laatste w­oor­den van Dido, stichtster en koningin van Carthago. Ondanks de idyllische tijd aan het hof van Dido en de smeek­beden tot Aeneas om haar trouw te blijven, vaart hij heimelijk af, zijn hart om­pantserd door noodlotsdwang en godenwil. Hij heeft nu eenmaal een godde­lijke op­dracht te vol­brengen: het stich­ten van het Romeinse wereld­rijk. Na het ver­raad van Aeneas pleegt Dido zelfmoord. Tot ver in zee zijn de vlammen te zien van de brandstapel die zij heeft laten aan­steken.

Een somber voorgevoel bekruipt de Tro­jaan­se bemanning. Vooral bij Palinurus, stuur­man van Aeneas en protagonist van de video-installatie Palinuro, begint er iets te wrin­gen. Wat is de prijs van het stich­ten van een rijk dat de wereld zal beheer­sen? Hoe duur is de plicht tegen­over de goden en het vader­land? In hoe­verre moet men zich schikken naar het onafwendbaar lijkende wereld­lot? Wel­licht zijn het dit soort vragen die door Pali­nurus' hoofd spelen wanneer hij 's nachts, terwijl de zee bedrieg­lijk kalm is, op de achter­plecht de wacht houdt. Op dit moment, juist nu het einddoel van de tocht in zicht is, wordt hij door slaap overmand en met een deel van de plecht en het hele roer in zee geworpen. Na drie dagen door stor­men te zijn geteis­terd, komt hij aan land, alwaar de plaatselijke bevol­king hem vermoordt op hoop van rijke buit. De plaats waar zijn lichaam onbegraven is achtergela­ten, is later naar hem vernoemd: Kaap Palinuro.

In Vergilius' Aeneis waarin het lot van Palinurus wordt verhaald, lijkt het over­boord vallen niet meer dan een simpel ongeluk. In de video-in­stalla­tie Palinuro echter wordt, in navolging van de Engelse schrijver Cyril Connoly, Palinurus' val in zee opgevoerd als een opzette­lijke ver­dwij­ning, een stil protest tegen de ver­vloekte goddelijke opdracht en het plichtsbesef van Aeneas (door sommige auteurs wordt de Aeneis van Vergilius zelfs gezien als een bedekte aanklacht tegen Rome en Augustus  en  niet in de eerste plaats als een nationalistisch lof­dicht op het Ro­meinse Rijk).

Alles in Palinuro draait om het nachte­lij­ke noodlotsuur vóór de dubbelzinnige val in zee, wanneer Palinurus op wacht staat en zijn situatie overdenkt. Voor hem liggen de kust en de vuurto­ren, waarvan de rondzwaaiende lichtbundel op de middelste van de drie monitors te zien is, en die, al rondzwaaiend, een foto van de zee aan de wand tegenover de monitors verlicht. Dit vuurto­ren­licht is het hoofdmotief van de instal­latie. Het werpt als het ware licht op het einddoel van de odyssee maar ook op Palinu­rus' bange voorge­voelens, op de somnia tristia, de droeve, onheil­spel­lende dromen, herinneringen en obses­sione­le gedachten die in zijn hoofd rond­spoken en waarvan de video­beelden heel kalm, in ver­schillende ritmes verweven met het vuurtorenmo­tief, op de drie moni­tors verschijnen en verdwij­nen.

Nergens in de installatie komt Palinu­rus zelf voor, alleen zijn vertwijfelde voor­stellingswe­reld is zichtbaar. Om bij het verbeelden van deze voorstel­lingswereld niet te verval­len tot een illustratieve beeldenreeks heeft Nol de Koning zich in eerste instantie niet laten leiden door het verhaal zelf maar door de vormprinci­pes van de Aen­eis. Een van de vormprinci­pes die hem het meest heeft aangesproken, is de elemen­taire bezieling van het werk in zijn geheel. Alles wordt teken van de ziel. Alles wat zich rond en in het inner­lijk van de personages afspeelt, is op zinne­beeldige wijze af te lezen van hemel en aarde, zee en wind, blik­sem en vulka­nen. De hele Aeneis is doortrokken van de harts­tochtelijke krachten van de natuur (Poeschl). Het is dan ook geen wonder dat de keuze van Palinurus' droom­beelden wordt bepaald door (zin­ne)beelden van de elemen­taire na­tuur­krach­ten.

Deze hartstochtelijke krachten van de natuur hebben bij Nol de Koning altijd al een belangrij­ke rol ge­speeld. Zoals bij­voorbeeld in de serie abstracte schilde­rijen voor de video-installatie Bulicame (198­6), die gebaseerd zijn op de landschappelijke beleving van de zeven­de kring van Dantes Inferno. Nooit echter heeft hij in zijn schilder­werk figu­ratieve elementen willen opnemen (tanks schilderen als het om geweld gaat) en ondanks het ondervinden van de enge grenzen van het autonome schilde­ren is hij trouw gebleven aan de uit­gangspun­ten ervan. Er is evenwel een ander medium waarmee hij wel kans ziet om het gestelde thema soms let­terlijk, soms allegorisch in beeld te bren­gen: video.

De reden waarom video hiertoe beter in staat is blijft een puur per­soonlijke. De structurende princi­pes van het schil­der- en videowerk zijn dezelfde, maar met video weet hij de thematiek, zoals die van het Palinurusverhaal, op een meer figuratieve wijze uit te werken.
Aeneas' stuurman is gedeserteerd. Nu zijn wij het die als toeschouwers zijn plaats op het achter­steven innemen en in de verduisterde ruim­te van de video-opstel­ling de wacht moeten houden. Nu moeten wij onze penibele situatie over­denken en op onze beurt tot een keuze komen.

(Mediamatic vol.5 # 1 & 2, 1990; tevens catalogus bij de reizende tentoonstelling IMAGO - fin de siècle in Dutch contemporary art)


> art J.H.Sassen  > art Nederland 4 > art O.Bouman  > art M.Nio

 > persstemmen