> Bulicame, configuratietape 1988, videostill

 



WAARVAN DE RODE KLEUR MIJ NOG DOET RILLEN

 

uit: cat. Nederland 4 / de Nederlandse Kunstvi­de­o, Delft 1988

 

Bulicame  Het uitgangspunt is de zevende kring van het Inferno van Dante, waarin op een gloeien­de kale vlakte, in een ziedende bloedrivier en in een verdord en doornig woud, verspillers en geweldenaars hun straf ondergaan. De drie gebie­den zijn met elkaar verbonden door het rode beekje, waarvoor de italiaanse zwavelbron Bulica­me model heeft gestaan: Al zwijgend kwamen wij daar / waar uit het woud een klein riviertje te voorschijn kwam / waarvan de rode kleur mij nog doet rillen. / Gelijk het beekje dat uit de Bulicame stroomt (Canto XIV v. 76-81).
Dante schiep zijn Inferno aan de hand van een bestaand landschap bij het italiaanse plaatsje Viterbo, waar de hete bron ontspringt. Een fascinerende locatie, waarin hij naast histori­sche ook eigentijdse figuren strafte. Met dit werk heeft de maker eveneens een plaats willen scheppen, waarin, door middel van een reeks van korte beelden, geweldplegers en verspillers van onze tijd op hun plaats worden gezet. Dictators, milieuvernietigers, fanatici, terroristen en criminelen komen aan de beurt. De televisiebeel­den die gebruikt zijn werden in 1987 opgenomen en betreffen gedeeltelijk misdadigers uit de tweede wereldoorlog en het door hen aangerichte inferno. Maar niet die éne hel staat hier centraal. Misschien gaat het om wat Dante verwoordt in Canto XXVI: Bedenkt uit welk zaad gij gespro­ten zijt: / niet om als vee te leven schiep men U, / maar om te reiken naar het hoogste en het beste.
Hoofdthema van Bulicame V is de borrelende bron zelf, overspoeld door beelden van mensen die de kunstenaar in de poelen van de Bulicame aantrof en die op een vreemde manier aan die plek ge­kluisterd zijn.

 

> Bulicame, configuratietape 1988, videostill

> art J.H.Sassen  > art Nederland 4 > art O.Bouman  > art M.Nio 

> persstemmen