Amsterdam 1965, Wereldbibliotheek N.V.

 

 

Aeneis Boek 5 - Oponthoud in Eryx

> 1. Vertrek uit Karchedon en wederom een storm

> 2. Terug op Trinakria, in Eryx

> 3. Hera hitst de Trojaanse vrouwen op

> 4. Twijfels bij en beslissingen van Aineias

> 5. Vertrek uit Eryx

* 6. Aphrodite’s smeekbede aan Poseidon

> 7. Palinouros’ droeve droom en val overboord

 

> Aeneis - overige boeken

 

> submenu analecta

> home

 

 


ANALECTA 1 - VIJFDE BOEK / OPONTHOUD IN ERYX

 

 

 

06. APRODITE’S SMEEKBEDE AAN POSEIDON

 

Aphrodite vraagt aan Poseidon om voor een veilige overtocht van Aineias naar Kumai te zorgen.

"Zo onverzadigbaar is Juno's wrok,
dat ik tot smeken mij verneedren moet.
Geen tijdsverloop, geen vroomheid geeft haar zoen:
zij buigt voor geen gebod van god of lot.
Heel Trojes stad te hebben uitgeroeid 785
is haar nog altijd boete niet genoeg.
Zij achtervolgt zelfs 't stoflijk overschot
en weet wel, wat haar zo vertoornt, misschien.
Gij zelf waart in de zee bij Africa
onlangs getuige, welk een storm zij schiep:
zij waagde 't in uw eigen koninkrijk - 790
maar tevergeefs - met hulp van Aeolus
de waatren op te jagen hemelhoog.
Thans heeft zij - zie maar! - vrouwen opgeruid,
om brand te stichten, en hem door verlies
van schepen smadelijk ertoe genoopt
een volksdeel in de vreemd' achter te laten. 795
Eén bede slechts: het sta hem veilig vrij
uw baren te bevaren en te landen
waar langs Laurentisch veld de Tibris stroomt,
als 't kan en daar zijn toekomst hem verbeidt.
(v 781-798)

 

Poseidon stemt toe maar eist in ruil daarvoor wel één mensen-leven.

"Ja, Cytherea, gij moogt waarlijk wel 800
vertrouwen stellen in mijn rijk, waaruit
g' ontsproten zijt. 'k Heb immers menigmaal
't geweld bedwongen van een storm op zee.
En ook te land - Xanthus en Simoïs
getuigen 't - heb ik voor uw zoon gezorgd.
Want toen Achilles 't leger der Trojanen 805
ontzind de muren indreef, duizenden
de dood gaf, en die beddingen, verstopt,
geen stroming meer doorlieten naar de zee,
heb ik Aeneas die met kwade kans
een sterkre held bestreed, in 'n wolk gered,
hoewel 'k meinedig Trojes vestingmuur, 810
die 'k zelf gebouwd had, gaarne slechten wou.
Zo blijf 'k gezind. Vrees niet! Hij zal gerust
d' Avernushaven halen naar uw wens.
Slechts één man zult g' op zee verliezen: één
zal lossing zijn voor velen."
(v 800-815)

 

Poseidon heeft bij Aphrodite met deze woorden haar onrust weten weg te nemen en brengt, omringd door zijn wonderlijke stoet, met zijn gouden wagen de zee nog verder tot bedaren.

Toen de god 815
zo de godin verblijd had met zijn woord,
betoomde hij zijn paardenspan met goud
en schuimend bit. - Hij laat de teugels los:
in blauwe wagen vliegt hij over 't vlak,
bedaart de woelge golven en verdrijft 820
de donderwolken van het dreigend zwerk.
Hem vergezelt een monsterlijk gebroed,
van Glaucus en van Phorcus d' oude troep,
met Tritons en Palaemon, Ino's zoon,
links Thetis, Melite en Panope, 825
Nisaeë, Spio en Cymodoce. -
(v 816-826)

 

Op Aineias’ bevel worden de masten in opperbeste stemming opgericht en de zeilen aan de ra’s gehangen. De vloot zeilt voor de wind weg.

Aeneas' vaderzorg werd afgelost
door 'n vleug van luchtige blijmoedigheid.
Fluks werden alle masten opgericht
en handen naar de riemen uitgestrekt.
De schoten tegelijk gevierd, 830
nu links, dan rechts en beurtelings de ra's
de winden tegemoet- of meegedraaid.
(v 827-832)

 

> terug / omhoog naar begin pagina

 

> home - > Aeneis boek 5 - > 01 - > 02 - > 03 - > 04 - > 05 - * 06 - > 07 - > overige boeken

> analecta