Amsterdam 1965, Wereldbibliotheek N.V.

 

 

Aeneis Boek 5 - Oponthoud in Eryx

* 1. Vertrek uit Karchedon en wederom een storm

> 2. Terug op Trinakria, in Eryx

> 3. Hera hitst de Trojaanse vrouwen op

> 4. Twijfels bij en beslissingen van Aineias

> 5. Vertrek uit Eryx

> 6. Aphrodite’s smeekbede aan Poseidon

> 7. Palinouros’ droeve droom en val overboord

 

> Aeneis - overige boeken

 

> submenu analecta

> home

 

 


ANALECTA 1 - VIJFDE BOEK / OPONTHOUD IN ERYX

 

 

 

01. VERTREK UIT KARCHEDON EN WEDEROM EEN STORM

 

Vertrek uit Karchedon, na een verblijf daar van een jaar, met aan de horizon Dido’s vlammengloed.

Recht koersend had Aeneas reeds een deel
der vaart volbracht en kliefde 't golvend blauw,
terugziend naar de stad waar vlammengloed
van Dido's mutserd onheilspellend blonk.
Men wist niet, wat die brand ontstoken had,
maar wel, hoe 't schenden van een liefde smart 5
en wanhoopskracht een vrouw beheerst. Dat schiep
bij veel Trojanen somber voorgevoeg.
(v 1-7)


Opnieuw is er storm op til; Palinouros adviseert om naar Eryx op Trinakria uit te wijken.

De schepen waren al zover in zee,
dat niets dan lucht en water, nergens land
te zien was, toen een zwarte regenwolk 10
opdagen kwam met storm en duisternis.
De stuurman, Palinurus, hoog bij 't roer,
riep: "Wat betekent dit omfloerste zwerk?
Wat wil Neptunus? - Reeft de zeilen, grijpt
de riemen, tot laveren klaar!"
- en sprak 15
Aeneas aldus toe
: "Grootmoedig heer,
zelfs Jupiter kan mij niet hopen doen
Itaalje te bereiken met dit weer.
De wind is dwars gedraaid en dreigt van 't West
met zwarte wolken. Ons ontbreekt de kracht 20
daartegen in te gaan met vaste koers.
Het lot is ons te sterk. Laten wij dus
daarheen ons richten, waarheen dat ons roept!
't Gastvrij Sicilisch strand van Eryx schijnt
niet ver, als ik de sterren goed herken."
25
De vrome held Aeneas zei: "Allang
voel 'k wat de wind wil ondanks uw verzet.
Laat zwenken! Zou mij één land liever zijn
om mijn vermoeide schepen er t' ontslaan,
dan waar mijn stamgenoot Acestes woont 30
en waar 't gebeente van mijn vader rust?"

Zo zochten zij de haven. Zefiers doen
de zeilen bol staan. Lustig vaart de vloot
en vindt een toevlucht aan bekende kust.
(v 8-34)


Gastvrije ontvangst door Akestes, die al eerder - nog voor hun verblijf in Karchedon - hun gastheer was geweest. (v 35-41)

 

> terug / omhoog naar begin pagina

 

> home - > Aeneis boek 5 - * 01 - > 02 - > 03 - > 04 - > 05 - > 06 - > 07 - > overige boeken

> analecta