Amsterdam 1965, Wereldbibliotheek N.V.

 

 

Aeneis Boek 1 - Aankomst in Karchedon

> 1. Hera's vijandigheid tegenover de Trojanen

> 2. Aphrodite en Zeus

> 3. Aphrodite en Aineias

* 4. Aineias bij de tempel van Karchedon

> 5. Eerste ontmoeting tussen Dido en Aineias

> 6. Dido raakt in de ban van Aineias

> 7. Het lied van Iopas

 

> Aeneis - overige boeken

 

> submenu analecta

> home

 

 


ANALECTA 1 - EERSTE BOEK / AANKOMST IN KARCHEDON

 

 

 

04. AINEIAS BIJ DE TEMPEL VAN KARCHEDON

 

Aineais en Akhates bij de door Dido gebouwde Heratempel in Karchedon, met op de bronzen deuren voorstellingen uit de Tro-jaanse oorlog.

Midd' in de stad bevond zich 'n heilig woud,
waar bij hun aankomst na veel storm op zee
de Puniërs iets hadden opgegraven
dat Juno hun tot teken stellen wou:
een paardekop; want zo zou eeuwenlang
het volk krijgshaftig en welvarend zijn. 445
Daar stichtte Dido Juno 'n tempel, rijk
aan wijgeschenken en aan heiligheid.
Van brons rijst d' onderbouw, brons steunt het dak
en bronzen deuren sluiten d' ingang af.
Hier gaf 'n verrassing Aeneas weer moed, 450
hoop en vertrouwen op toekomstig heil.
Want bij het wachten op de koningin,
't bewondren van de arbeid en 't bezien
der onderdelen, trof hem, afgebeeld 455
de strijd om Troje, reeds alom beroemd:

Achilles en het voorwerp van zijn toorn,
d' Atriden beid' en Priamus. Hij stond
te wenen en sprak tot Achates
:
   "Och, welk plekj' op aard' is van ons lijden niet 460
vervuld? Hier vindt verdienste reedlijk loon,
tragedie tranen, 't mensdom meegevoel.
Vrees niet! De faam zal ons tot redding zijn."

Verbeelding boeit zijn aandacht, uit zijn borst
ontwelt een zucht en uit zijn oog een traan. 465
Hij zag hoe, strijdend om de vestingmuur,
de Grieken vluchten voor Trojaanse drang,
dan weer de Phrygiërs voor de strijdkaros
en helmpluim van Achilles. Rhesus' kamp
werd in de eerste slaap door Tydeus' zoon 470
tot 'n bloedbad overrompeld, 't rossenspan
geroofd, voordat zij nog hadden geproefd
van 't Xanthuswater en 't Trojaanse gras.
Elders vlucht, ras ontwapend Troïlus,
een jongen, voor Achilles geen partuur. 475
De wagen uitgevallen, houdt hij nog
de teugels vast, terwijl zijn nek en haar
sleept langs de grond, zijn lans er achteraan.
Tot Pallas, die hun niet goedgunstig is,
brengt een Trojaanse vrouwenstoet een kleed, 480
in droefheid smekend en in rouwbetoon;
maar de godin wendt strak haar ogen af.
Na driemaal Hectors lijk om Trojes muur
gesleept te hebben, geeft Achilles 't veil.
O smartlijk schouwspel, hoe daar van zijn vriend 485
de rusting lag, de wagen en het lijk,
hoe, weerloos, Priamus de handen hief.
Zichzelf ook zag hij in het handgemeen
en Memnons negerheir uit 't Oosterland.
Zie: d' Amazonen met maanvormig schild 490
voert vurig in de strijd Penthesilea,
met goud gegordeld onder blote borst,
een jonkvrouw die met mannen strijden durft.
(441-493)

 

> terug / omhoog naar begin pagina

> Aeneis boek 1 - > 01 - > 02 - > 03 - * 04 - > 05 - > 06 - > 07

> home - > analecta - > overige boeken