Amsterdam 1965, Wereldbibliotheek N.V.

 

 

Aeneis Boek 1 - Aankomst in Karchedon

> 1. Hera's vijandigheid tegenover de Trojanen

> 2. Aphrodite en Zeus

* 3. Aphrodite en Aineias

> 4. Aineias bij de tempel van Karchedon

> 5. Eerste ontmoeting tussen Dido en Aineias

> 6. Dido raakt in de ban van Aineias

> 7. Het lied van Iopas

 

> Aeneis - overige boeken

 

> submenu analecta

> home

 

 


ANALECTA 1 - EERSTE BOEK / AANKOMST IN KARCHEDON

 

 

 

03. APHRODITE EN AINEIAS

 

Aphrodite neemt de gestalte van een jonge vrouw uit Karchedon aan en stelt op haar beurt haar zoon Aineias gerust.

Zijn moeder kwam hem tegemoet in 't bos,
gelaat, gestalt' en dracht als van een meisje, 315
'n Spartaans' of Thracische Harpalyce,
paarden te snel en Hebrus' waterstroom.
Want aan haar schouder hing een jagersboog,
haar losse lokken woeien in de wind,
't gewaad liet, opgeschort, haar knieën bloot. 320
"Wel, jongens," - zei zij - "hebben jullie soms
een van mijn zusters hier zien lopen met
pijlkoker en gevlekte lossenhuid,
achter 'n schuimbekkend everzwijn op jacht?"

Tot Venus sprak als antwoord Venus' zoon: 325
"Geen van uw zusters hoord' of zag ik. Maar
hoe moet 'k u, jonkvrouw, noemen? Menslijk toch
schijnt noch uw uiterlijk mij, noch uw stem.
Zijt gij Diana zelf of een der nimfen?
Wie ook gij zijn moogt, wees gebenedijd 330
en sta ons bij in deze bittre nood!
Vertel ons waar wij ergens zijn beland,
verbijsterd speelgoed van golven en wind!
Met offers zullen w' u de dank betuigen."

Venus antwoordde: "Zulk een eerbetoon 335
komt mij niet toe. Jachtboog en purpren laars
zijn bij ons de gewone meisjesdracht.
't Is Punisch stadsgebied, Agenors stam
uit Tyrus, maar het land der Libyers,
onoverwinlijk door wapengeweld.
Dido van Tyrus voert hier heerschappij, 340
haar broer ontvlucht. Het is een lang verhaal
van onrecht, waar de hoofdzaak van volsta.
Sychaeus was haar man, aan grondbezit
de rijkste Puniër, door vaders wil
haar aangehuwlijkt als bemind gemaal. 345
Maar Tyrus' koning was haar volle broer
Pygmalion, misdadig als niet één.
Door drift gedreven, door hebzucht verblind,
doorstak hij vóór het altaar onverhoeds
Sychaeus, onbekommerd hoe zijn zuster 350
hem liefhad. Lang hield hij het feit geheim
met ijdle hoop als troost voor liefdeleed.
Maar in de droom verscheen haar 't onbegraven
lijk en verhief zijn wonderbleek gelaat
om haar het altaar, zijn doorboorde borst 355
en heel 't geheime drama te vertonen.
Hij drong tot snelle vlucht en openbaarde
begraven schatten goud en zilver om
de reis daarmee gemakkelijk te maken.
Toen zocht Dido gezelschap voor de vlucht; 360
tezamen stroomden wie de dwingeland
haatten of vreesden. Zij bemachtigden
schepen die zeilree lagen. Zo bevoer
Pygmalions rijke schat de wijde zee;
en 't was een vrouw die daarbij leiding gaf.
Zij kwamen waar gij nu de hoge burcht 365
van 't nieuw Carthago ziet verrijzen, Byrsa
genaamd, omdat zij grond hadden gekocht
zoveel een ossehuid omspannen kon.
Maar wie zijt gij, en waar komt gij vandaan?
Wat is uw doel?"
- Op deze vragen zuchtte 370
de held en sprak uit 't diepste van zijn hart:
"Indien, godin, ik bij 't begin begon
en gij tijd hadt om alles aan te horen,
zou 't daglicht korter duren dan 't verhaal.
Van Troje, dat u wel ter ore kwam, 375
heeft ons, gevaren over meen'ge zee
een storm toevallig hier aan land gebracht.
Ik ben Aeneas, die uit 's vijands hand
geredde goden met mij voer op zoek
naar 't nieuwe, Italiaanse vaderland.
Zelfs in de hemel is mijn roem bekend,
en d' oorsprong van mijn stam is Jupiter. 380
Met twintig schepen koos ik 't ruime sop,
de weg vervolgend die mijn moedergodheid
mij wees als door het Noodlot mij bestemd ...
Slechts zeven heeft het stormgeweld gespaard.
Berooid en onbekend waar ik nu rond
in Libys woestland, elders niet geduld ..."
385
Maar Venus onderbrak zijn droeve klacht:
"Wie ook, de hemel welgevallig hebt
de stad der Tyriërs gij thans bereikt.
Ga voort naar het paleis der koningin!
Uw makkers en uw schepen zijn terug, 390
tenzij geërfde wichelkunst bedriegt.
Zie dit dozijn van blijde zwanen die
een arend uit het luchtruim had verdreven:
Nu strijkt hun schaar neer op de grond of schouwt 395
weer opgevlogen naar omlaag. Zoals
die, vleugelkleppend, 't zenith daar omspelen
met jubelkreten, zo heeft ook uw vloot
en manschap wis de haven reeds bereikt,
of vaart met volle zeilen juist erin. 400
Ga voort dan en vervolg uw eigen weg!"
(314-401)

 

Aineias herkent zijn moeder Aphrodite wanneer zij verdwijnt en maakt haar verwijten.

Toen wendde zij zich om. Haar godennek
blonk als een roos, haar godenharen geurden,
slepend hing haar gewaad, haar gang verried
zijn moeder in haar volle godlijkheid.
Haar achterna weerklonk zijn afscheidsgroet:
“Waarom misleidt gij telkens weer uw zoon?
Waarom mag ik de hand u zelfs niet drukken?
en met u spreken, naar de waarheid eist?"

(406-409)

Na dit verwijt gaan Aineias en zijn metgezel op weg naar de stad. Aphrodite hult de weg die zij gaan in nevels zodat zij ongezien de stad kunnen bereiken. Zij zweeft zelf weer blijmoedig naar Paphos op het eiland dat nu Cyprus heet, de plaats waar zij uit het schuim van de zee is geboren en waar haar tempel staat en haar altaar geurt naar wierook en guirlandes van vers geplukte bloemen.

 

> terug / omhoog naar begin pagina

> Aeneis boek 1 - > 01 - > 02 - * 03 - > 04 - > 05 - > 06 - > 07

> home - > analecta - > overige boeken