> libretto

> hoofdmotieven

> prelude en proloog

 

eerste akte/beeld

* eerste tafereel

> tweede tafereel

> derde tafereel

 

> tweede akte/beeld

> derde akte/beeld

> epiloog en finale

 

> zing zelf

> korte inhoud

> rolverdeling

> de gouden tak

 

> menu

 

< home

 

 

 

HET LIBRETTO ALS VERTELLING

 

 

 

AKTE/BEELD 1

eerste tafereel

 

 (Dagwacht)

Zeven jaar later - kort na de lange onderbreking van de tocht in Karchedon en de zelfmoord van Dido, die door Aineias in de steek was gelaten. Palinouros houdt wacht op het strand van Eryx op Trinakria (Sicilië). Berg en stad zijn naar een reeds gestorven halfbroer van Aineias genoemd, zoon van Poseidon en Aphrodite. De Trojanen waren al eerder op deze plek, nog voor hun avontuur in Karchedon, geweest en zijn ook deze keer gastvrij door Akestes, een Trojaan die zich daar al eerder gevestigd had, ontvangen. Vanwege een storm, die na hun vertrek uit Karchedon door Hera veroorzaakt was, waren zij op advies van Palinouros voor hun veiligheid opnieuw naar deze plek uitgeweken. Ook kon het graf van Aineias’ vader Ankhises worden bezocht, die hier tijdens hun eerdere bezoek was gestorven.

Het is nog vroeg in de ochtend. Versmeulde scheepswrakken liggen over het strand verspreid, resten van de scheepsbrand die door de vrouwen van de Trojanen aangestoken was, omdat zij de jarenlange zwerftocht beu waren en door Hera waren opgehitst. Verderop liggen de schepen die de brand hadden overleefd of gerepareerd konden worden klaar voor vertrek. De groep die de tocht zal voortzetten is kleiner dan voorheen, omdat Aineias om de opstand te sussen zijn volgelingen de vrije keus had gelaten om wel of niet met hem verder te trekken.

Palinouros verkeert in gezelschap van Helena de Jongere die, geminacht door bijna alle Trojanen, zich tot de stuurman aangetrokken voelt, omdat hij het na haar ontvoering meermalen voor haar heeft opgenomen. Zij beklaagt zich erover dat Aineias heeft bepaald dat wanneer de tempel klaar is die op de akropolis van Eryx op bevel van Aineias voor zijn moeder Aphrodite zal worden gebouwd, zij daar als Aphrodite’s priesteres aangesteld zal worden. De jonge Helena smeekt Palinouros om bij Aineias te bepleiten dat zij mee mag met de groep die de tocht naar het vasteland van Hesperia zal voortzetten en niet gedwongen zal worden om als tempelhoer, wat een priesteres van Aphrodite eigenlijk is, op Trinakria achter te blijven. Palinouros beseft nu pas waarom Aineias de jonge Helena als trofee vanuit Troje meegenomen heeft: als wraak op haar moeder Helena die hij had willen doden maar wat zijn moeder Aphrodite hem verboden had. Hij belooft Helena de Jongere dat hij zijn best voor haar zal doen en dat wanneer zijn bemiddeling mislukt, hij, nadat zijn taak erop zit en het einddoel van de zwerftocht is bereikt, naar Trinakria zal terugkeren om haar verder te helpen.

De vloot ligt klaar voor vertrek; Aineias staat offers aan de windgod Aeolos te brengen. Misenos poetst zijn trompet op om zo dadelijk het vertreksignaal te blazen. Helena haalt met Palinouros herinneringen aan de bloedige ondergang van Troje op. Zij herbeleeft de confrontatie van Helena met Aineias van toen en de omstandigheden waaronder haar moeder in Troje achtergebleven is en zij zelf door Aineias ontvoerd is. Palinouros legt de jonge Helena uit waarom hij het laatste traject van de expeditie, waartegen hij ook weerzin heeft gekregen, moet afmaken. Hij bezweert de jonge Helena opnieuw dat als Aineias haar niet toestaat om mee naar Hesperia te gaan, zijn vertrek niet betekent dat hij haar in de steek zal laten.

Aineias komt op zijn stuurman af om met hem te overleggen of zee en wind gunstig zijn om nu weg te varen. Helena trekt zich terug; het gesprek tussen de twee mannen verloopt stroef. Aineias vraagt Palinouros of hem iets dwarszit, ook omdat hij niet aan de spelen had meegedaan die gehouden waren ter nagedachtenis aan Aineias’ vader Ankhises. Palinouros geeft ontwijkende antwoorden op de vragen van zijn aanvoerder. Wel bepleit hij Helena’s verzoek, wat hij beloofd had te zullen doen, maar zijn aanvoerder weigert daarop in te gaan. Aineias gaat terug naar de schepen en spreekt, voorafgegaan door trompetgeschal van Misenos, alle Trojanen toe, zowel de achterblijvers als zij die vertrekken. Palinouros en Helena nemen van elkaar 67 afscheid. Allen die de tocht voortzetten verzamelen zich bij de schepen en gaan aan boord. Palinouros begeeft zich naar Aineias’ vlaggeschip en belooft Helena, die tot ergernis van Aineias en Misenos in grote wanhoop met de stuurman meeloopt, met stelligheid dat hij naar haar zal terugkeren. Nadat van Akestes afscheid genomen is, laat Aineias, terwijl het trompetgeschal van Misenos klinkt, de ankers lichten. De vloot vaart uit onder aanmoedigingen en geweeklaag van de kant van de achterblijvers.

De zee is vrij kalm, maar Aphrodite, die vanaf de hoge berg bij Eryx waar de tempel voor haar gebouwd gaat worden, het vertrek van haar zoon gadegeslagen heeft, is er niet gerust op. Zij daalt van de bergtop af naar het strand, op zoek naar Poseidon, vader van haar zoon die hier ooit de dood gevonden heeft en die een halfbroer was van de zoon die, voortdurend door Hera belaagd en aan gevaar blootgesteld, zojuist is vertrokken. Op het strand treft zij de ontredderde Helena de Jongere aan. Tussen het aanroepen van Poseidon door probeert zij Helena’s wanhoop en haar eigen ongerustheid te sussen. Wanneer de zeegod met zijn stoet aan de horizon verschijnt, stuurt zij de jonge Helena heen om een ontmoeting met de zeegod, die zonder al te veel vlagvertoon op het strand afkomt, te vermijden. Aphrodite beklaagt zich tegenover Poseidon over Hera’s voortdurende vijandigheid ten opzichte van de Trojanen en haar zoon, en smeekt hem om voor een veilige overtocht van Trinakria naar het vasteland van Hesperia te zorgen. Poseidon, zijn blik op de uit het zicht verdwijnende Helena de Jongere gericht, stemt toe en belooft voor dit laatste traject de zee kalm te zullen houden. Maar dan wel in ruil voor één mensenleven. Poseidon verlaat het strand, scheert nadat hij zich weer bij zijn gevolg heeft gevoegd met zijn stoet over de zee en brengt die nog verder tot bedaren. Aphrodite roept Helena terug. Samen bezingen ze hun hoop op en vertrouwen in een goede afloop.

 

> eerste tafereel - > tweede tafereel - > derde tafereel

> omhoog naar begin pagina - > prelude/proloog - > akte/beeld 1 - > akte/beeld 2 - > akte/beeld 3 - > epiloog/finale

> home - > zing zelf - > korte inhoud - > rolverdeling - > libretto - > hoofdmotieven -> gouden tak - > menu