* ipsa canas - zing zelf

 

> korte inhoud

 

> rolverdeling

 

> libretto

> hoofdmotieven van het libretto

> libretto als vertelling

 

> de gouden tak

 

> menu

 

> home

 

 

HET WERK

 

 

 

Ipsa canas - zing zelf

 


Een leven waarin de goden niet zijn uitgenodigd is niet de moeite waard te worden
geleefd. H et zal rustiger verlopen maar zonder geschiedenis. En vermoedelijk wordt
d
ie riskante uitnodiging ons telkens weer opgedrongen door goden die zich vervelen
met mensen die geen geschiedenis hebben.

uit: Roberto Calasso
De bruiloft van Cadmus en Harmonia

                                           

 

LEESOPERA. De K van Skylla is een leesopera - een muziektheatraal werk dat te vergelijken is met wat in het Engels een ‘closet drama’ en in het Nederlands een ‘leesdrama’ wordt genoemd en in eerste instantie dus gelezen moet worden. En wel zo dat de lezer met zijn voorstellingsvermogen, en in dit geval ook met zijn innerlijk gehoor, het drama in zijn hoofd opgevoerd ziet worden. Je kunt ook zeggen: De K van Skylla is een conceptuele opera: een werk dat een voorstelling van een voorstelling wil zijn, of nog anders gezegd: een uitbeelding in woord en beeld van een gedachte vertoning dan wel opvoering. Wel is het zo dat het idee ‘voorstelling van een voorstelling’ niet alleen als ‘dat wat voor de geest staat’, of als ‘uitbeelding, afbeelding’ of als ‘het vertonen, vertoning’ moet worden opgevat; voorstelling betekent ook ‘denkbeeld omtrent iets dat men bij anderen doet ontstaan’ (Van Dale). En zo is deze fantasie als voorstelling dan ook bedoeld: als materiaal dat wordt aangedragen om de lezer ertoe aan te zetten zich een eigen uitbeelding en vertoning voor de geest te halen. Aeneis 6.76: ‘ipsa canas oro’ - ‘ik vraag u: zing zelf’.

PLATONISCH. Een paar opmerkingen over het gebruik van het adjectief platonisch in de ondertitel van de leesopera teneinde voor de hand liggende misverstanden te voorkomen. Dit adjectief is vooral bekend in de woordcombinatie ‘platonische liefde’, als ‘liefde zonder zinnelijk element’ (Van Dale). In de ondertitel wordt het adjectief in de betekenis die het in de woordcombinatie ‘platonische wensen’ heeft gebruikt, als ‘wensen waarvan men niet verwacht dat ze vervuld kunnen worden’ (id.). Dit betekent echter niet dat de connotatie die het woord in combinatie met het woord liefde heeft buiten beschouwing gelaten moet worden. Zeker niet in relatie tot de ondertitel LHOOQ in het begin van het project, die aan een werk van Marcel Duchamp was ontleend en best wel zinnelijk genoemd mag worden. (Zie ‘Over het project’ in de appendix.) De woordcombinatie ‘platonische liefde’ heeft in het algemeen een alles overstijgende en brave gevoelswaarde. Een hoge mate van waardigheid, verhevenheid, zuiverheid enzovoort - maar is dat wel terecht? Is het niet eerder zo dat er sprake is van een geforceerde sublimatie van het onderdrukken van wel degelijk aanwezige ‘zinnelijke elementen’, hetzij van één kant of van beide kanten, om wat voor reden dan ook? Wat zinnelijkheid betreft heeft het adjectief platonisch in combinatie met de liefde onomstotelijk dezelfde connotatie als bij platonische wensen: zinnelijke wensen die noodgedwongen niet in vervulling gaan. Kortom, de ondertitel ‘een platonische fantasie’ moet op één lijn met dat LHOOQ worden gezien en niet al te braaf worden opgevat.

> home - > zing zelf - > korte inhoud - > rolverdeling - > libretto - > hoofdmotieven - > vertelling - > gouden tak - > menu